In de Bright die ik laatst gekocht heb, stond een artikel van Francisco van Jole (die van het vingertje, ja), "De Laatste Tik". Dat ging over telefonie en hoe dat zich zou kunnen gaan ontwikkelen. Ik neem dat soort voorspellingen altijd met een korreltje of wat zout, van wie ze ook af komen, maar interessant leesvoer was het wel. De telefoon, stelde van Jole, zou in de toekomst -- door de verschuiving van "telefonie" naar "internettelefonie" -- moeiteloos de keuze kunnen bieden tussen spraak, e-mail en IM (instant messaging dus, zoals Google Chat en MSN). Iemand zou ook niet langer zijn telefoon "wel of niet aan" hebben staan, en "wel of niet opnemen", maar, net zoals dat bij zo'n beetje elke IM-client kan, een status hebben. Voordat je daadwerkelijk gaat bellen -- wat toch altijd een beetje een gok is -- kun je dus eerst kijken of dat zin heeft, of dat het beoogde slachtoffer heeft aangegeven dat-ie ligt te slapen of tot volgende week op vakantie is.
Een deel van die profetie is natuurlijk al een beetje realiteit: elke GSM van na de tweede wereldoorlog kan SMSen, een hoop kunnen al e-mailen, en zelfs IM vind je steeds vaker. Het is alleen nog niet zo heel mooi gekoppeld als van Jole voorstelt, maar dat is verhoudingsgewijs een minor technical detail, op te lossen dus. Geef het één of twee generaties mobiele telefoons en we zijn er. Misschien al eerder.
Nee, daar zit het probleem niet. Ik zie dat meer in het tweede gedeelte van Fransisco's voorspelling.
Het voordeel van in IM een status aan kunnen geven, is dat je ermee voorkomt dat mensen je onnodig storen moet prietpraat. Je kunt je status op "druk bezig" zetten, en iedereen kan dan zien dat je, nou ja, druk bezig bent dus, en dat je niet gestoord wilt worden. In praktijk hebben steeds meer mensen een dermate lange lijst contacten, dat er altijd wel iemand wakker, beschikbaar, en in voor een praatje is. Om te voorkomen dat je dus de hele dag wordt "lastiggevallen", kun je het beste je status op "weg" of "bezig" zetten. Ikzelf ben bijvoorbeeld altijd weg, zelfs als ik op dat moment een gesprek aan het voeren ben. Mensen die mij aanspreken, moeten dus na die eerste automatische "ik ben er niet"-melding maar afwachten of dat ook inderdaad zo is, of dat ik stiekem toch aanwezig ben, en vooral: bereid tot een gesprek. Daarmee heeft natuurlijk zo'n hele status-mededeling meteen alle waarde verloren. En aangezien ik zeker niet de enige ben die sjoemelt met de status, is de algehele geloofwaardigheid van het systeem nihil. En als je tóch al niet van die status op aan kan, waarom zou je er dan nog naar kijken? De enige status die nog telt is "online of offline", oftewel: de telefoon staat aan of uit. En als-ie aanstaat, weet je nog steeds niet of-ie wel of niet opgenomen wordt.
Dág, toekomstvisie. Op dat vlak ben ik het dus niet echt eens met van Jole.
Op die manier valt het natuurlijk ook een beetje tegen met die enorme bereikbaarheid die we juist uit internet en mobiele telefonie zouden halen. We hebben er enorm veel manieren bijgekregen om met elkaar in contact te komen en te blijven -- we hebben e-mail, IM, de diverse contact- en reactiemogelijkheden op weblogs en "social" sites zoals Flickr en Hyves -- maar zeker in die laatste gevallen is het geen direct contact. Het is "laat maar een berichtje achter en ik zie wel wanneer ik reageer"-contact.
In Calling All Famous People raakt Khoi Vinh precies dat punt. Aan de hand van een anekdote komt hij tot de conclusie dat het vroeger veel eenvoudiger was om direct telefonisch contact met iemand te krijgen, en dat steeds meer mensen zich tegenwoordig verschuilen achter een muur van indirecte -- hij gebruikt het woord mediated -- communicatie:
The way we interact with one another on My Space or Flickr or any other social network is mediated; it’s not direct, or at least not as direct as placing a telephone call and talking to a person one on one. In spite of being more open and available to mediated connections than ever before, we guard direct forms of contact with new acquaintances more strictly than ever before. We may dole out our instant messenger handles frequently, for example, but most of us would never consider publicly listing that same contact information in a public directory for anyone to use to find us.
Om het maar even losjes te interpreteren: We hebben steeds meer manieren om in contact te komen, maar het is geen directe communicatie. En hoewel we open staan voor al die nieuwe manieren van contact, zijn we veel voorzichtiger in het toelaten van nieuwe contacten. We zullen niet snel een "telefoonboek van IM-adressen" zien, net zoals dat er ook nooit voor mobiele telefoonnummers is geweest of zal komen.
Eigenlijk vind ik dat een groot gemis. Want hoe nuttig (en soms gezellig) het chatten en mailen ook kunnen zijn, het blijft behelpen. Bij een telefoongesprek mis je al een heel stuk non-verbale communicatie die je in een "gewoon" gesprek, dus face-to-face, wel zou meekrijgen. Op het moment dat je op tekst overschakelt, heb ik me laten vertellen, blijft er nog maar iets van 5% van de totale boodschap over. Zonde, en bovendien is de kans op misverstanden heel erg groot. Dus de "grote klap voorwaarts" waarmee Francisco zijn betoog afsluit, nee, daar kan ik echt niet in meegaan.
Goed, Roeleveld zit weer iedereen weer heerlijk een depressie in te orakelen, en dat is natuurlijk ook niet de bedoeling. Het is ook niet zo dat alle communicatie helemaal om zeep gaat, en dat ik tegen de nieuwere manieren van communiceren ben. Integendeel, ik spendeer er zelf ook bergen tijd aan. Maar laten we vooral niet vergeten om zo af en toe gewoon, gezellig, bij elkaar op de koffie te gaan...
Ik ben benieuwd: hoe communiceert u? Waarom? Hoe makkelijk of moeilijk bent u met "nieuwe mensen"? Communiceert u het reactieding maar vol!